Het zit erop

Ooit stond L’Derry bekend om de productie van shirts. Dit is een van de fabrieken met een deel van een gezegde: ‘A stitch in time saves nine’. Het verschafte werk aan vooral vrouwen. Totdat de productie naar Azië verhuisde. .

Het zit erop. Maar het hoofd staat nog niet stil om alles te verwerken wat we gezien en gehoord hebben. Ik schreef al eerder, hoe meer we horen, hoe minder we weten. Het ene moment is de politieke situatie geen onderwerp van gesprek want het normale leven gaat door. Het volgende moment blijkt de segregatie toch ingrijpende gevolgen te hebben voor de samenleving. En de politiek speelt daar natuurlijk een grote rol in. 

Volgende week zijn hier verkiezingen. Dat blijft natuurlijk spannend.

Het is opmerkelijk hoe ‘lokale’ incidenten de internationale pers halen. Op paasmaandag was hier zo’n incident. En dat het nieuws is dat we horen in Nederland en andere landen. Wat dat betreft hebben we hele andere verhalen gehoord van ‘gewone’ mensen.

Vanmorgen was ik mee op een basisschool waar kinderen fluitles kregen. Mooi om te zien. Een protestantse school aan de rand van Derry. Er zijn helaas nog weinig gemengde scholen. De kinderen kregen fluitles op de ‘miller brown marching flute’. Ik had een tin whistle verwacht maar die hoort meer bij de Ierse traditionele muziek. Op katholieke scholen krijgen kinderen daar les op. Om maar zo’n diep geworteld gevolg van segregatie te noemen. 

Gisteren nam Derek ons mee naar verschillende soorten marching bands. Ook daar was het mooi om te zien met hoeveel plezier samen muziek werd gemaakt. Laten we hopen dat  muziek uiteindelijk ook verbindend kan zijn voor mensen die uit verschillende ‘kampen’ komen. 

Het was intens om terug te zijn in het land waar ik in 1974 en 1975 zo geraakt ben. Waar ik mensen heb ontmoet die mij altijd zijn bijgebleven. En ze terug zien is bijzonder. Ook al hebben we elkaar zo lang niet gezien, er is een soort van basaal vertrouwen om elkaar nog beter te leren kennen.

We vertrekken morgen om nog wat van de Ierse republiek te zien. Ik moet nog veel herkauwen maar ik sluit niet uit dat er een ‘genoeg’ is te vertellen en te laten zien in een film.

Derry/Londonderry

Het voelt alsof we een aanloop hebben genomen via Belfast en Portrush om nu in Derry al iets meer te snappen van het leven in Noord-Ierland. Of eigenlijk om de verhalen uit de media los te laten en zelf te ervaren hoe het is. En eigelijk steeds minder te ’weten’. 

Wij verblijven in de Bogside, om het hoek van het museum van Free Derry. In oorsprong een katholieke wijk. Hier werd ooit de staat Free Derry uitgeroepen. Derry is klein en overzichtelijk. We lopen zo naar de ommuurde stad, die van oorsprong protestants was.

We bezochten twee musea: The Siege Museum dat vanuit Protestants perspectief de geschiedenis van Londonderry belicht. Dat ligt in de ommuurde stad. En het Museum of Free Derry in de Bogside over de recente geschiedenis van de troubles. Free Derry ging oorspronkelijk over mensenrechten. En mensen ongeacht geloof deden daar aan mee.

De musea ontvangen veel schoolklassen, ook uit de Ierse Republiek. Elk museum heeft een specifieke invalshoek. Een geintegreerd beeld van Derry is er niet maar beide musea zouden wel samenwerken om zo een breder verhaal te vertellen. 

Afgelopen donderdag was er een reunie van IVS, de organisatie die onder andere verantwoordelijk was voor de internationale werkkampen. Indrukwekkend om te zien hoeveel kampen er zijn geweest. En hoeveel teenagers er mee in aanraking zijn geweest. ‘Ons’ kamp was daar onderdeel van. 

Telkens weer ben ik geraakt door de gesprekken met de mensen die ik in 1975 ontmoet heb. Het is bijzonder om 45 jaar geleden met elkaar opgetrokken te zijn. Het maakt zoveel uit dat we elkaar in het verleden ontmoet hebben om nu met elkaar te praten.

Voor mensen uit Derry is het heel gewoon ‘even’ naar Donegal te gaan, de Ierse provincie die grenst aan Noord-Ierland. Wij deden dat ook, naar Grianan of Aileach, een rond fort met een schitterend uitzicht rondrom. Ik kreeg een berichtje van mijn provider ‘welkom in Ierland’.  Zo wist ik dat we de grens overgestoken waren. Op de borden langs de weg staan in Ierland ook de Ierse namen vermeld. En in het café kunnen we weer in Euros betalen. Geen enkele controlepost dus. Die ligt in de Ierse zee: the sea border. Die de meeste Noord-Ieren ook niet willen.

Paasweek in Noord-Ierland

Na Belfast zijn we in een ander Noord-Ierland beland. Geen muren, niks geen tekenen van ‘partition’. Wel veel plakkaten van politieke partijen aan de lantaarnpalen langs de weg ivm. de verkiezingen in mei. 

De paasweek brengen we door aan de noordkust. We hebben een (vakantie)huis via HomeExchange in Portrush. Over de caravans heen zien we de kust. Vlak onder ons kamperen families met caravans en tenten. Het is een week van buien maar ook van opklaringen. Weer of geen weer, er wordt veel gewandeld langs de kusten. Kinderen, kleinkinderen, honden worden uitgelaten. 

Eén van ‘mijn tieners’, Derek,  is sinds 2013 coördinator van Londenderry Bands Forum en van de organisatie New I Gate, Arts & Culture Centre, waar de Londenderry Bands Forum ook deel van is. We zochten hem deze week al op in Londonderry slash Derry zoals ze hier zeggen. (Londonderry grofweg voor de loyalists/unionists/protestants en Derry voor catholic republicans). Derek is van jongs af lid van de William King Memorial Flute Band. 

De marching bands zijn in Noord-Ierland een bekend fenomeen. Met name de ‘Blood and Thunder’ flute bands’ die optreden tijdens parades, oa. de Oranje Marsen. Maar er zijn veel meer soorten.

Ik had online gezien dat er op Goede Vrijdag een parade zou zijn in Ballycastle. Dat bleek een aandoenlijke ‘processie’ van een handjevol mensen achter een houten kruis. Helaas zonder muziek. De ‘Minister’ hield een preek midden op straat in het centrum van het stadje over verdraagzaamheid, Oekraïne en vrede natuurlijk. 

Behalve de marching bands heb je natuurlijk de traditionele Ierse muziek. Een heel andere tak van muziek. Sinn Fein en de Presbyteriaanse kerk hebben veel gedaan om die muziek ook levend te houden. Steeds meer jonge mensen beoefenen die ook. In een pub in Portrush komen elke donderdagavond muzikanten bij elkaar om samen te spelen. 

Morgen vertrekken we voor tien dagen naar Londonderry/Derry om een aantal van ‘mijn tieners’ terug te zien. En ik besef steeds meer dat de generatie van Noord-Ieren die de Troubles hebben meegemaakt de samenleving anders bekijken dan de jonge generatie die de conflicten niet aan den lijve heeft ervaren. En dat veel Noord-Ieren zeggen niet in politiek geïnteresseerd te zijn omdat de politici in een andere wereld lijken te leven. Eerlijk gezegd zie ik steeds meer gelijkenis met de situatie in Nederland op dat gebied.

Mijn eerste keer Noord-Ierland

We hebben Belfast verlaten. Op weg naar het Noorden hebben we Ballymoney bezocht. In 1974 heb ik daar met internationale vrijwilligers vakantiekampen begeleid voor kinderen (8-10 jaar) met verschillende religieuze achtergrond uit Belfast. De vrijwilligers kwamen uit verschillende landen. Ik weet nog dat de vrijwilligers van het ‘mainland’ soms met argwaan bekeken werden.

In het informatiecentrum van het stadje werden we zeer vriendelijk te woord gestaan. Het dorp ligt aan een spoorlijn in een landelijk gebied. Volgens de vrouw in het informatiecentrum wonen In Ballymoney ‘decent’ mensen. Het ligt in een streek die relatief ‘rustig’ was ook tijdens de Troubles. De school blijkt nog te bestaan. De huidige directeur was in 1974 een leerling op die school.

Het was mijn eerste bezoek aan NI en heb ook veel tijd doorgebracht in de lokale pub.Het zou best kunnen dat het deze was. De pub is vier jaar geleden gerenoveerd en ‘ruimer gemaakt. Eén van de klanten zat daar 46 jaar geleden ook al aan de bar. Wie weet heb ik toen ook met hem gepraat.

Vanuit Ballymoney gingen we met de kinderen op stap. Naar het strand van Portrush en Ballycastle. En we bezochten de Giant’s Causeway. Dat gaan we nu ook doen.

Die vakantiekampen in 1974 waren de opstap naar het tienerkamp in 1975 in Nederland dat ik mede organiseerde, met tieners uit Derry en uit Nederland. En daarom zijn we nu hier, om die ’tieners’ weer te ontmoeten.

1974 Uitje naar Portrush met de rotsen van de Giant’s Causeway op de achtergrond

46 jaar later

Dit keer per boot aankomen in Belfast. 46 jaar geleden vloog ik naar Dublin en reisde ik met een bus naar Belfast. Onderweg meerdere keren gestopt voor controles door Britse soldaten

Na 46 jaar terug in Noord-Ierland. Toen waren de Troubles volop aanwezig. Een grimmige stad, veel controles en overal Britse soldaten. Nu is het centrum ‘net als andere steden’. Even daar buiten zijn nog wijken van elkaar gescheiden door muren. In 2023 zouden ze in het kader van het vredesakkoord van 1998 moeten verdwijnen maar dat lijkt niet reeel. We maakten een Taxi Tour met de taxichauffeur als gids. Hij doet dit werk omdat het als taxichauffeur te weinig verdient.

De afgelopen dagen veel gepraat over de situatie, vooral over de gevolgen van Brexit en de verkiezingen in mei. Als ik het begin te ‘snappen’, brengt een volgend gesprek me weer in de war. Wat de media vertellen is slechts een deel van het verhaal. Net als de heftige murals lijken ze de verschillen te vergroten ipv een poging te doen bruggen te slaan.

We bezochten Glebe House, een huis op het platteland waar de afgelopen 45 jaar activiteiten werden georganiseerd voor kinderen van verschillende religie. In 1975 was het net van start gegaan en heb ik het ook bezocht. Helen Honeyman was een van de drijvende krachten, opgevolgd door Diarmaid McGarrigle.

En ondertussen leven de Noord-Ieren door. De Paddy’s zoals alle inwoners van het eiland worden genoemd, of ze nu Brits zijn of niet. Vrijdagavond waren we in een pub met live muziek. Van ‘vroeger’ herinner ik me vooral oude mannen die muziek maakten. Nu jonge mannen en vrouwen die ierse muziek spelen. 

Dit is de tweede sessie op de avond. Bij de eerste sessie waren de muzikanten zowel mannen en vrouwen.

Op weg naar Noord-Ierland

Bijna twee jaar geleden werd mijn aanvraag voor een research reis naar Noord-Ierland gehonoreerd door het Stichting Vevam Fonds. Door de pandemie is die wat vertraagd maar deze week komt het er eindelijk van van! Zie mijn bericht van 26 april 2020.

In de afgelopen twee jaar heb ik deelnemers van het kamp uit 1975 zowel in Nederland als in Noord-Ierland weten te traceren. Nu komt het ervan om ook de Noord-Ierse deelnemers ‘in het echt’ te ontmoeten. In 1975 waren zij rond de 15 jaar en ik 22 jaar. Toen was het een ‘groot’ leeftijdverschil. Nu doet het er niet meer toe.